een pinguïn het is een zeevogel die niet vliegt : zijn vleugels zijn aangepast voor duiken . Dit dier wordt gekenmerkt door zijn zwart-witte verenkleed en rechtopstaand lopen.
De pinguïns maken deel uit van de groep met zwemvliezen , omdat ze vingers met zwemvliezen presenteren (verbonden door een membraan ). Dankzij deze bijzonderheid hebben ze een grote zwemcapaciteit.
Opgemerkt moet worden dat pinguïns dat ook zijn Sphenisciformes . Dit is hoe niet-vliegende vogels waarvan de vleugels vergelijkbaar zijn met vinnen, een hydrodynamisch lichaam hebben, een korte staart hebben en alleen gericht zijn op aarde voor ouderschap
Alle pinguïns bewonen de halfrond zuiden , met één uitzondering: de Galapagos-pinguïn . Deze exemplaren profiteren van het koude water van de stroming van Cromwell en de stroom van Humboldt .
Er zijn er meerdere species van pinguïns De grootste pinguïn is de keizerspinguïn , wetenschappelijke naam Aptenodytes forsteri endemisch voor de Antarctica en dat kan meer dan 1,20 meter hoog zijn.
aan het Magelhaense pinguïn (Spheniscus magellanicus ), ondertussen is het te vinden in Argentinië , Chili , Uruguay en Brazilië , afhankelijk van de tijd . Onder de kuifpinguïns aan de andere kant kunnen we de vinden gele pluimpinguïn (Eudyptes Chrysocome ) en op oranje pluimpinguïn of macaroni (Eudyptes chrysolophus ).
De pinguïn Eindelijk is hij een schurk van fictie dat wordt geconfronteerd oppasser . Hij verscheen voor het eerst in een cartoon van 1941 en toen werd hij opgenomen in tv-series en films met in de hoofdrol de vleermuisman.
